Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij, die Mij gevolgd zijt, in de [29]wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal gezeten zijn op den [30]troon Zijner heerlijkheid, dat gij ook zult zitten op twaalf tronen, [31]oordelende de twaalf geslachten Israels. 29. Dat is, in de wederoprichting van alle dingen, wanneer de gelovigen naar lichaam en ziel volkomen zullen vernieuwd worden; Hand.3:21; 1 Kor.15:42,43. Anderen voegen de woorden in de wedergeboorte bij de voorgaande. 30. Namelijk om te oordelen de levenden en de doden. 31. Namelijk omdat de apostelen hem zullen veroordelen, niet alleen met hun voorbeeld, dat zij in Christus hebben geloofd daar de andere Israelieten zij ongelovig gebleven, gelijk van de Ninevieten gezegd wordt, hfdst.12 vs.41, maar ook met hunne toestemming, gelijk van alle gelovigen ook gezegd wordt, 1 Kor.6:2,3, hoewel de apostelen hierin boven anderen zullen uitsteken; Luk.22:30; Openb.21:14.